Voorpagina « Alice in Wonderland



Er zijn zoveel verhalen en legenden die van vader op zoon, van moeder op dochter, worden doorverteld. Velen zijn in talloze sprookjesboeken vastgelegd en in de Efteling zijn een groot aantal ervan zelfs tot leven gekomen. Veel van deze verhalen komen uit de 17e en 18e eeuw. Maar zelfs met het ruime aanbod van sprookjes in het Sprookjesbos en legenden in de rest van het park, blijven er nog vele mooie verhalen over, die het ook waard zijn om niet vergeten te worden. Ter ere van het 70-jarig jubileum in 2022 was op de Speelweide een pop-up sprookje te zien onder de naam Efteling Wonderland, gebaseerd op het verhaal van Alice in Wonderland geschreven door Lewis Carroll.

Het sprookje
Het is een warme zomerdag als Alice Liddell samen met haar zus aan het meer zit. Haar zus leest een saai boek voor, maar Alice luistert niet echt, ze vindt het saai. Ze is zich heel erg aan het vervelen. Maar dan, ineens ziet ze een wit konijn lopen. En... hoort ze het nu goed? Ja! "Te laat, te laat ik ben al veel te laat," hoort ze het konijn zeggen terwijl hij telkens zijn horloge tevoorschijn haalt. 'Een pratend konijn met een horloge?' dacht Alice. Daar moest ze meer van weten. Ze loopt het konijn achterna. Het konijn sprint bij een oude boom een hol in. Alice rent erachter aan en zonder twijfel springt ze ook door het konijnhol.

Ze maakt een hele lange val en komt zonder zich pijn te doen op de grond terecht. Ze kijkt om zich heen en ziet een klein deurtje. Als ze door het sleutelgat kijkt ziet ze dat achter het deurtje een schitterende tuin verscholen ligt. Daar wil ze wel naartoe, maar ze is veel te groot voor de deur. Ze kijkt om zich heen. 'Er is nergens een uitgang waar ik doorheen kan', denkt ze. Dan ziet ze plots, in het midden van de ruimte een tafel staan. Alice loopt er naar toe en ziet een klein flesje staan met daaraan een labeltje waarop staat 'Drink mij'. Ze pakt het flesje en begint te drinken, plots wordt ze kleiner en kleiner. Klein genoeg om door de deur te passen. 'Eindelijk', denkt ze en ze loopt snel naar het kleine deurtje. Maar wat nu? Ze kan de deur niet openen. De deur zit nog op slot.


Dan bedenkt Alice zich, dat er naast het drankje dat ze net gedronken heeft ook een sleutel lag. 'Wat dom', dacht ze, 'die had ik natuurlijk moeten pakken om het deurtje te kunnen openen'. Ze begint te springen, in de hoop om bij de rand van de tafel te kunnen komen. Als na vele pogingen het nog steeds niet is gelukt ziet ze plots een cakeje liggen waarop staat 'Eet mij'.

Ze eet het cakeje snel op en vrijwel direct is ze weer zo groot als ze normaal was. Alice wordt verdrietig. 'Nu heb ik dan wel de sleutel heeft, maar nu ben ik ook weer te groot is om door de deur te kunnen'. Ze barst hierdoor in huilen uit. Door het huilen wordt ze ineens weer kleiner, maar valt in een zee van haar eigen tranen. Hier ontmoet ze de muis. Later verschijnen ook de eend, de dodo en nog veel meer dieren. Deze zwemmen onder leiding van Alice allemaal aan de kant. Aangezien iedereen nat is, besluit de muis een verhaal te vertellen. De muis vertelt een saai verhaal over Willem de Veroveraar. De dodo besluit uiteindelijk dat ze een race houden. Ook dit gaat weer niet zoals Alice had verwacht. 'Wat is het nut van een race als iedereen wint?'. De muis vertelt hierna zijn levensverhaal, maar Alice loopt boos weg.

Even later komt Alice het witte konijn weer tegen. Het witte konijn denkt echter dat Alice een dienstmeisje is. 'Snel, Alice, haal mijn handschoenen en een waaier', zegt het witte konijn. In zijn huis drinkt Alice uit een flesje. Hierdoor wordt ze zo groot wordt dat ze helemaal niet meer in het huisje past. Haar armen en benen steken uit de ramen. Gelukkig ziet Alice een cakeje liggen. Ze eet deze snel op waardoor ze weer kleiner wordt. Als ze even later weer vertrokken is bij het huisje ontmoet ze de rups, die een waterpijp rookt. Ze probeert met de rups te praten, maar het ze kan er geen touw aan vast knopen. De rups verteld een nogal verwarrend verhaal.

Alice trekt verder en begint honger te krijgen. Ze ziet lekkere paddenstoelen staan. Ze hurkt naar de paddenstoelen en eet er een op. 'Maar wat gebeurd er nu weer,' denkt Alice. Door heeft een dikke nek gekregen. 'Dat zal vast door de paddenstoel komen' bedankt Alice zich. Een duif, die net voorbij vliegt, schrikt van Alice en denkt dat ze een slang is, die haar eieren wil opeten. Gelukkig weet Alice de duif gerust te stellen. Even later lijkt het alsof de paddenstoel is uitgewerkt, want haar nek voelt weer normaal.

Hierna gaat Alice naar de hertogin. De hertogin heeft net een uitnodiging gekregen voor een spelletje croquet met de koningin. In de keuken van de hertogin bevinden zich een baby, een kokkin en de Cheshire Cat. De hertogin laat Alice op de baby passen, maar de baby veranderd in een varken. Alie heeft een gesprek met de Cheshire Cat, die af en toe in het niets oplost.

De Cheshire Cat vertelt haar de weg naar de Maartse Haas en de Gekke Hoedenmaker. De Maartse Haas en de Gekke Hoedenmaker houden met de Slaapmuis een theefeestje. De Maartse Haas en de Gekke Hoedenmaker hebben ruzie met de Tijd. De tijd staat namelijk stil, waardoor het altijd theetijd is. De slaapmuis vertelt een verhaal over zijn drie zusjes, die in een pot vol stroop wonen.

Alice gaat weg en komt bij de deur naar de mooie tuin aan. Ze weet de deur te openen en komt drie tuinmannen tegen. De drie tuinmannen zien er echter als speelkaarten uit. Ze zijn bezig de witte rozen rood te verven, aangezien ze per ongeluk witte rozen gepland hadden in plaats van rode.

Dan komt de Hartenkoningin eraan, die licht ontvlambaar is. De Hartenkoningin dreigt de tuinmannen te onthoofden, maar Alice weet dit te voorkomen. De Hartenkoningin nodig Alice uit voor een spelletje croquet, waarbij flamingo's als stokken worden gebruikt en egels als speelballen. De Hartenkoningin brengt haar daarna naar de griffioen en een wezen dat half-kalf en half-schildpad is. Als Alice haar levensverhaal aan de twee uitlegt, horen ze dat een rechtszaak gaat beginnen.

Eén van de speelkaarten wordt ervan beschuldigt de taarten van de koningin te hebben gestolen. De koning is de rechter en de Gekke Hoedenmaker en de kokkin de getuigen. Dan wordt Alice opgeroepen. Alice wordt langzaam groter en verklaart dat ze van niets weet. Alice keert zich tegen de gang van zaken. De Hartenkoningin beveelt dat Alice wordt onthoofd, waarna alle speelkaarten zich tegen Alice keren.

Dan wordt Alice wakker en merkt dat alles een droom was...