Voorpagina « Een vlucht uit de drukke wereld



Op deze pagina vind je de vierde uit een reeks van achtergrondartikelen over Eftelingmuziek. De artikelen zijn exclusief voor Erwin's Eftelingsite geschreven door Ruud Heesters. In dit artikel lees je het verhaal achter de muziek van de Gondoletta/De Kleine Zeemeermin van componist François Adrien Boieldieu.

In het hart van de Efteling varen de ‘kleine gondels’ van de Gondoletta hun rondjes. Niet voor niets nemen deze Gondoletta's een centrale plek in in het park. Iedereen die uit wil rusten kan terecht in één van de veertig scheepjes die je als een prins of prinses 20 minuten lang al kabbelend vervoeren door romantische bloemen- en plantendecors. Onderweg vaar je om het eiland in de siervijver heen, waar een waterval is aangebracht en rustieke muziek klinkt. Je waant je even in een wereld waarin alles anders, lichter en meer ontspannen lijkt. De tocht voert je als door een paradijstuin waar alles goed is, door een thuis waar je bij kunt komen van alle vermoeienissen van de dag. Een vaartochtje met een Gondoletta heeft koninklijke allures. Te midden van de andere Eftelingattracties, die uitblinken in spektakel en sprookjessfeer, neemt de Gondoletta een bijzondere plaats in. Net als alle andere attracties zijn de boten weliswaar duidelijk aanwezig in het park, maar zonder pretenties en toch elegant als verschijning. Doen de attracties een fel beroep op je zintuigen, in de Gondoletta kom je te midden van de idyllische kleurenzee weer tot jezelf. Op de achtergrond klinkt zacht, soms bijna niet hoorbaar, stemmige muziek van een tokkelend snaarinstrument. Volgens één van de Efteling-muziekcd’s horen we de harpiste Lily Laskine. Ze bespeelt de koninklijke harp, die goed past bij de rustige rol die de Gondoletta in de Efteling speelt. De harp roept beelden op van frivole, romantische en elegante momenten, waarin je met bekoorlijk gezelschap even van de wereld bent. Daarom past bij deze Gondoletta’s de dromerige en koninklijke muziek uit het harpconcert van François Adrien Boieldieu, het concert voor Harp en Orkest in 3 tempi C major OP. 82. Dit concert heeft eigenlijk drie delen waarvan het eerste deel in de Efteling wordt gehoord, het Allegro brillante Het begin van dit concert klinkt trots, moedig en wat triomferend. De muziek is dan ook geschreven in de woelige wereld van Europese oorlogen vlak na de Franse revolutie. Ze was bedoeld als vermaak, om de luisteraar te laten wanen in een wereld waarin alles beter is dan de spannende werkelijkheid.

Boieldieu, een romantisch idool in een drukke wereld
François Adrien Boieldieu was een verhalenverteller met romantische muziek. Hij was vooral beroemd om zijn komische opera's. Humor en musicals zijn belangrijk in tijden van spanning, en muziek met een glimlach was ook toen in de mode. Zijn harpconcert uit 1820 wat in de Efteling is te horen is, was een tussendoortje en is naast Mozarts harp/fluitconcert één van ‘s werelds beste harpconcerten. Boieldieu blonk als componist uit in een natuurlijke melodielijn, eenvoudige harmoniek en de geraffineerde orkestratie.

De liefde voor muziek en theater zat de Franse componist in het bloed. Halverwege de 18e eeuw al speelde in Amiens ene Joachim Boieldieu, een vrolijk dansende muzikant, tot vermaak van het volk. De familie Boeildieu was intelligent, belezen, stond midden in de wereld, had een levendige belangstelling voor theater en speelde amateurtoneel. In een kamer aan de Rue aux Ours in Rouen kwam op zaterdag 16 december 1775 François Boieldieu ter wereld. Zijn muzikale loopbaan begon al jong op de zangschool van de kathedraal van Rouen, waar ook zijn vader werkte. De kapelmeester gaf hem zangles. Vanaf zijn 15e jaar kreeg hij zijn eerste muzieklessen van de organist van de kathedraal. In het Théâtre des Arts in Rouen hoorde hij komische opera’s en deed zijn eerste ideeën op. Al snel werd hij hulporganist in de kerk St. André in Rouen. Hij schreef enkele sonates, potpourri’s en romances voor piano die hij speelde als concertpianist. Toen hij 18 jaar was componeerde hij zijn eerste komische opera op een verhaal van zijn vader: La Fille Coupabel. Het grote succes van de uitvoeringen in het Kunsttheater moedigde hem aan nog veel meer opera's te schrijven. Het was na de Franse Revolutie in 1789 een tijd van patriottische Franse liederen in de mode, en werd de deftige harp als wereldvreemd element verbannen. Harpen waren een teken van adellijke decadentie, dus weg ermee.

De harp
De toen verbannen harp heeft een lange geschiedenis. Het is zeer waarschijnlijk dat de harp 5.000 10.000 voor Christus ontstaan is in Afrika toen een jager op een holle boomstam leunde om beter te kunnen richten met zijn pijl en boog en het geluid van de boog hierdoor versterkt werd. De eerste harp dus leek op een jachtboog en had maar één snaar. Het is een instrument dat al eeuwen tot ieders verbeelding spreekt, denk bijvoorbeeld maar aan Koning David uit de bijbel, harp spelende engelen of harpende troubadours uit de Middeleeuwen. In veel oude beschavingen werd harp gespeeld. Door het reizen en de slavenhandel werd de harp in veel landen verspreid. In Europa ligt de oorsprong van de harp in Ierland. Op het Ierse paspoort en op de Ierse munten (zowel de 'oude' munten als de Ierse euro's) staat nog steeds een harp afgebeeld. Gedurende de vijftiende eeuw werd de harp onderwerp van onderzoek en proefneming. Er werd geëxperimenteerd met de vorm ervan en het basregister werd uitgebreid, in navolging van wat plaatsvond met de klavier en snaarinstrumenten in die tijd. Tegenwoordig wordt in het symfonie orkest op een pedaalharp gespeeld. Met 1 van de 7 pedalen kan de speler via een ingenieus systeem de tonen in twee fasen 2 x een halve toon verhogen. Pedaalharpen zijn groot van stuk, waardoor er veel kostbaar materiaal in moet worden verwerkt. Ze hebben 22, 34 of 47 snaren. Harp speel je met acht vingers; de pinken doen niet mee. Net zoals bij de piano, is ook een harp besnaard met snaren van verschillende doorsnedes. Ook hier zijn de lage snaren met metaal omwikkeld. De kerndraad van harpsnaren is ofwel natuurlijk (darm, zijde) of synthetisch (nylon).

Het harpconcert
Boieldieu voldeed vakmatig aan de vraag naar vaderlandlievende muziek. Hij was een entertainer, een ontwerper van muziekwerken. Na zijn eerste kleine successen begon het grote operawerk. Hij verhuisde naar Parijs waar het salon- en uitgaansleven op hem wachtte. Hij gaf succesvolle optredens met zijn opera's La famille suisse (1797), La calife de Bagdad (1800) and Ma Tante Aurore (1803). Daarnaast werd hij klavierprofessor en gaf pianoles aan het Parijse conservatorium. Opmerkelijk genoeg zag zijn concert voor de verbannen harp in die succesvolle Parijse periode in 1800 het levenslicht. Hij trouwde met weinig geluk een Parijse balletdanseres van de opera. Al in 1802 ontvluchtte hij zijn huwelijksproblemen en ging naar Rusland. Daar werd hij met open armen ontvangen door tsaar Alexander I, en door zijn latere muziekvrienden Méhul en Cherubini. Van 1803 tot 1811 werkte hij als kapelmeester aan een hof in Sint Petersburg en schreef er opnieuw enkele opera's. Maar de rust was van korte duur. Na de Franse Revolutie trok de ambitieuze chauvinist Napoleon vanuit Frankrijk al strijdend Europa in. Op weg naar een groot keizerrijk stichtte hij in Nederland de Bataafse republiek, en regelde in al zijn overwonnen landen eenzelfde wetboek en rechtspraak. Napoleons geldingsdrang werd tot staan gebracht toen hij in 1812 in Rusland definitief werd verslagen. Onder deze gewelddadige politieke spanningen tussen Rusland en Frankrijk, nam de Franse Boieldieu ontslag bij de tsaar en ging terug naar Frankrijk.

In dat belangrijke jaar 1812 vestigde hij zich opnieuw in Parijs en schreef steeds nieuwe opera's die het geweld van de oorlogen en de armoede deden vergeten. Muziek die in de smaak van het grote en rijke publiek viel. De opera Jean de Paris (1812) werd door de componist Schumann vergeleken met Mozarts opera Figaro. Le petit chaperon rouge (Roodkapje, 1818) werd gecomponeerd, en zijn grootste kaskraker: La dame blanche (1825). In 1817 werd hij professor voor composities aan het conservatorium. Op het hoogtepunt van zijn roem kreeg Boieldieu in 1829 ernstige keelklachten. Koning Louis Philippe verzorgde voor hem een landhuis waarin Boieldieu zich in alle rust kon terugtrekken om te schilderen. Zijn keelklachten belemmerden hem ook bij het componeren omdat Boieldieu de gewoonte had de melodie eerst zelf te zingen. Hoewel hij afwisselend kuuroorden bezocht in Italie en Zuid-Frankrijk, verslechterde zijn toestand zich en verloor hij zijn stem. Op 8 oktober 1834 overleed hij, 58 jaar oud, in Jarcy bij Parijs.

Lily Laskine
De harpiste Lily-Aimee Laskine horen we in de Efteling, en ze was een harpiste van wereldklasse. Op 31 augustus 1893 is ze geboren in Parijs waar ook Boieldieu zijn beste jaren had doorgebracht. En net als Boieldieu groeide de kleine Lily op in een muzikale familie. Haar moeder speelde verdienstelijk piano, en tijdens een familie-uitvoering had iemand eens aan de jonge Lily gevraagd: ‘zou harp spelen iets voor jou zijn?’ Waarop het meisje zei: ‘ik geloof het wel.’ Mama Laskine aarzelde niet. Ze maakte een afspraak met Alphonse Hasselmans, destijds berucht hoogleraar en docent harp, dus niet de minste onder de harpisten. Na drie jaar muziekschool vervolgde Lily met harplessen aan het Parijse conservatorium, ook bij Hasselmans. En net als bij Boieldieu ging haar loopbaan in rap tempo. Op haar elfde al kreeg ze een prestigieuze tweede prijs bij een muziekconcours, in 1906 kreeg ze een eerste prijs en haar ster was rijzende. In een tijd dat de harp als orkestinstrument opnieuw in opkomst kwam, presenteerde de piepjonge Lily zichzelf voor een plek in het Parijse Operaorkest. Ze was er goed genoeg voor, maar wel veel te jong. Daarom werd ze plaatsvervanger van de vast harpspeler André Messager. Haar verschijning sloeg in als een bom: een meisje van 16 jaar op het podium! Maar al snel speelde ze solo met allerlei gerenommeerde orkesten. Ze speelde bij de première van de Boléro van Ravel op 11 januari 1930. Net als Boieldieu werd ze tien jaar later professor op het Parijse Conservatorium. Tijdens haar leven ontving Lily Laskine talrijke onderscheidingen en prijzen. En na een rijk muzikaal leven is ze in 1988 overleden.

Tot rust
Muzikaal gezien heeft Boeildieu te midden van de toen heel populaire Italiaanse operamodes met zijn ca. 40 opera's de Franse komische opera's nieuw leven ingeblazen. Cultureel gezien heeft hij de rijke elite van hoogstaande afleiding voorzien, in een tijd dat geweld de boventoon voerde. En zo is duidelijk dat juist het harpconcert is bedoeld om even uit de drukke wereld te vluchten, bij te komen en te dromen in een paradijs vol bloemen waar je heerlijk tot rust kunt komen. En zo speelt de rustgevende harpmuziek uit een drukke revolutietijd nu een rustgevende rol tijdens een enerverend dagje Efteling.



tekst: Ruud Heesters, bewerking: Erwin Scheper